Bureau Bijzondere Jeugdzorg

  • -

Bureau Bijzondere Jeugdzorg

LOGO NATIONAAL ARCHIEF Omdat al vroeg ingezien werd dat er met de kinderen van collaborateurs iets moest gebeuren werd bij het Militair Gezag, het tijdelijk bestuur in de bevrijde delen van Nederland, een bureau ingericht dat zich speciaal op die kinderen zou richten. Dat bureau werd, vreemd maar waar, als sub sectie VII toegevoegd aan sectie XIV, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, en in januari 1945 geopend. In november van hetzelfde jaar werd deze sub sectie overgenomen door de 7de afdeling van het Ministerie van Justitie. Daaronder viel ook het Rijkstucht- en Opvoedingswezen. De meeste door het Militair Gezag aangestelde provinciale inspectrices kwamen nu in dienst van het Bureau. Boven hen stelde het Bureau drie landelijke inspecteurs aan.

Het BBJ bekommerde zich om een aantal zaken


 Registratie van het aantal kinderen dat door de politieke keuze van hun ouders tussen wal en schip dreigde te vallen.
 Verzorging van hun inwoning, verzorging, begeleiding en, indien mogelijk, contact met de ouders.
 Re-integratie in de samenleving door terugkeer, indien mogelijk, naar het ouderlijk huis, familie of een pleeggezin.

Een bijzondere groepering vormde voor zowel het Bureau Bijzondere Jeugdzorg als de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten de zogenoemde Jeugdige Politieke Delinquenten, omschreven als degenen die na 1 januari 1923 geboren waren en dus aan het begin van de oorlog nog minderjarig waren. Eind 1945 zaten er van deze groep zo’n 10.000 in kampen. In de zomer van 1946 werd de zorg voor deze categorie officieel overgenomen door de jeugdafdeling van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten. Begin 1948 had deze nog 5.665 jongens en 2.956 meisjes onder haar hoede.

Lees hier het gehele Artikel


ARCHIEF

ZOEKEN

EnglishGermanFrenchDutch