Category Archives: persberichten

  • -

Persbericht CABR Open en Digitaal 1-1-2025

Persbericht SWH

29 april 2024

De openbaarmaking en digitalisering van het archief met betrekking tot de Bijzondere Rechtspleging per 1 januari 2025 roept veel reacties op in de samenleving. Het bestuur van de Stichting Werkgroep Herkenning, die steun geeft aan de nabestaanden van degenen die destijds werden verdacht van collaboratie, heeft zich beraden op haar standpunt.

De datum van openbaarmaking heeft een wettelijke basis en staat niet ter discussie. De wijze waarop het archief van de processtukken en andere informatie over de verdachten van collaboratie in de Tweede Wereldoorlog bewaard, openbaargemaakt zal worden wel. Met name de digitalisering en het online plaatsen van deze 485.000 dossiers bestaande uit 30 miljoen documenten in de twee jaren daarna roepen belangrijke zorgen en vragen op.

Het bestuur van de werkgroep Herkenning vindt het om meerdere redenen van groot belang dat er meer openheid komt over deze pijnlijke fase van de geschiedenis. Deze openheid dient ertoe het handelen van de overheid gedurende de Bijzondere Rechtspleging te kunnen beoordelen en controleerbaar te maken voor de burgers. Daarmee de samenleving in staat gesteld inzicht te krijgen in de wijze waarop de afrekening met de verdachten van collaboratie heeft plaatsgevonden. Wij, als nabestaanden, delen van harte het recht op en het belang van openbare controle en evaluatie. Een volk dat zijn geschiedenis niet kent, tot in de meest pijnlijke details, is niet in staat om te leren van het verleden. Datzelfde geldt voor de overheid en zeker waar het gaat om deze precaire periode van afrekening met de collaboratie en herstel van de rechtsstaat na WOII.      

Omdat het hier gaat om een archief met zeer gevoelige gegevens, in politieke en persoonlijke zin, is het risico aanwezig dat deze, eenmaal openbaar en gedigitaliseerd, pijnlijke details kunnen prijsgeven voor nabestaanden of misbruikt kunnen worden door derden voor aantijgingen tegen nabestaanden. Om deze reden heeft de Stichting besloten deel te nemen aan een Ethisch beraad met andere betrokkenen, zoals nabestaanden van verzets- en Joodse zijde en het National Archief, dat is ingesteld om deze openbaarmaking en digitalisering te begeleiden.

Allereerst is er behoefte aan additionele toetsing van deze gedigitaliseerde wijze van openbaarmaking aan de privacywetgeving, dat onderzoek is inmiddels gaande. Daarnaast vinden wij het van het grootste belang dat er toegankelijke procedures zijn voor nabestaanden die zich ernstig en onevenredig benadeeld voelen door de online beschikbaarstelling. Een omschrijving daarvan is moeilijk vooraf te bepalen en daarom is een vorm van toetsing door een beroepscommissie wenselijk voor schrijnende gevallen. Een precieze definitie daarvan is vooraf niet te geven, vandaar dat er een commissie wordt ingesteld ter beoordeling. Op de derde plaats bepleiten wij een gefaseerde invoering van de online beschikbaarheid gedurende de komende twee jaar zodat er nog ervaringen kunnen worden opgedaan en verbeteringen worden aangebracht.

Tenslotte kan ook het instellen van een laagdrempelige informatiedesk waar burgers terecht kunnen met inhoudelijke vragen en tevens adequate informatie kunnen ontvangen over hulpverlening bij psychosociale problemen zeer behulpzaam zijn.

Namens het bestuur van de Stichting Werkgroep Herkenning

Jeroen Saris, voorzitter.


Jeroen Saris, voorzitter van Werkgroep Herkenning zegt:

‘De antwoorden op de vraag waarom onze ouders of familieleden bereid waren medewerking te verlenen aan de bezetter, of daar in sommige gevallen ten onrechte van verdacht werden, kunnen en willen we niet uit de weg gaan’, zegt Jeroen Saris, voorzitter van de Werkgroep Herkenning. ‘We kunnen deze informatie in belangrijke mate terugvinden in het CABR-archief. Wij zien het als een opdracht voor de Stichting Werkgroep Herkenning om aan dit project mee te werken, ervan te leren en dit over te dragen aan volgende generaties.  Het belemmeren daarvan zou getuigen van kortzichtigheid.’

Saris noemt het; ‘hoog tijd hierover in de samenleving met openheid en zonder verwijten aan nabestaanden met elkaar in gesprek te gaan. Wij zijn deel van deze samenleving, ook in onze levens heeft het zwijgen grote en voornamelijk kwalijke gevolgen gehad. Laten we het zwijgen achter ons laten en leren van het verleden. Alleen dan is het mogelijk om met elkaar, ongeacht welke familieachtergrond, op een respectvolle wijze in dialoog te gaan.’

Stichting Werkgroep Herkenning (SWH) ondersteunt, sinds haar oprichting in 1981, de nakomelingen van diegenen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog op enigerlei wijze de zijde hebben gekozen van de Duitse bezetter of daarvan verdacht werden; zij worden ook wel de kinderen en (achter) kleinkinderen van ‘foute ’Nederlanders genoemd.

De stichting is niet verbonden aan enige kerkelijke en/of politieke organisatie en distantieert zich nadrukkelijk van iedere vorm van (neo)fascisme en (neo)nazisme.


Mededeling aan redacties (niet voor publicatie)

Via e-mail t.a.v. de voorzitter Michael Schuling:
secretariaat@werkgroepherkenning.nl en/of

Website Stichting Werkgroep Herkenning:
https://www.werkgroepherkenning.nl/

Publicatie van het standpunt over CABR digitalisering zoals gepubliceerd op de website van Stichting Werkgroep Herkenning:
https://www.werkgroepherkenning.nl/kenniscentrum/cabr-openbaring/standpunt-swh-cabr-open-en-digitaal-op-1-1-2025/


  • -

Jubileumboek SWH – Ik zag de maan op een steeltje staan

40 jaar Stichting Werkgroep Herkenning 1981-2021

Auteur: Diverse
Drukkerij: Probook
Datum: 2021
Taal: Nederlands
Pagina’s: 147
ISBN: geen

Info: Te bestellen via secretariaat@werkgroepherkenning.nl met vermelding van naam en postadres. Kosten € 25,- (incl. verzendkosten).

Samenvatting
Sinds 1981 zet Stichting Werkgroep Herkenning zich in voor lotgenotencontact en hulpverlening voor kinderen en kleinkinderen van ‘foute’ ouders. In dit boek blikken we terug en kijken we vooruit. Wat heeft Herkenning in die vier decennia betekend voor haar donateurs? Heeft de Nederlandse samenleving de kinderen en kleinkinderen inmiddels geaccepteerd.

Kan anno 2021 openlijk gesproken worden over de ‘foute’ familiegeschiedenis? Hoe komt het, dat 75 jaar na de tweede wereldoorlog kinderen en kleinkinderen van collaborateurs nog kampen met trauma’s? Wat maakt, dat zij nog steeds het gevoel hebben er niet bij te horen? Waarom is er nog steeds behoefte aan informatie, hulpverlening en lotgenotencontact bij de nabestaanden van ‘foute’ Nederlanders? Is Herkenning nog wel nodig? Bij deze vragen staan we in dit boek stil. In beeld en tekst, met experts en ervaringsdeskundigen.


  • -

Persbericht Bestuur SWH

Rapport misstanden in de internering vrijgegeven na 75 jaar

In Trouw van dinsdag 3 januari en de Volkskrant van 4 januari verschenen artikelen over het per 1 januari vrijgegeven rapport van Baron van Tuyll van Serooskerken uit 1948. Hij had opdracht gekregen van de regering  om de omstandigheden te onderzoeken in de Interneringskampen waarin de van collaboratie verdachte personen in voorlopige hechtenis waren genomen. Daarnaast zijn ook vele processtukken vrijgeven over individuele klachten over de behandeling in de interneringskampen. 

In het rapport Van Tuyll is de regering gewezen op de zwakke juridische basis en de ernstige tekortkomingen in de omstandigheden en de wijze waarop de verdachten in de interneringskampen zijn opgevangen. 

De naar schatting 140.000 geïnterneerden waren tot dan toe slechts verdachten waarvan de aanklacht nog onderzocht moest worden. Voor deze internering ontbrak een wettelijke basis. Daarom heeft de Nederlandse regering in ballingschap gelegenheidswetgeving opgesteld die vrijheidsberoving mogelijk maakte. Deels was deze wetgeving gemotiveerd door de misstanden die optraden bij de bevrijding in omliggende landen waar op grote schaal werd wraak genomen op collaborateurs en vaak vele duizenden doden zijn gevallen.

Daarbij is lidmaatschap van de NSB na ’41 met terugwerkende kracht verklaard tot landverraad waardoor alle leden van deze partij konden worden bestempeld tot landverraders en uit de maatschappij verwijderd konden worden, ook zonder dat hen enig strafbaar feit ten laste kon worden gelegd. Dat betrof naar schatting 80.000 mensen. Daarnaast zijn nog eens 70.000 verdachten op andere gronden geïnterneerd, zoals leden van de Nederlandse of Duitse SS, Landwachten of verdachten van economische of andere steun aan de bezetter. Vaak op basis van beschuldigingen die niet meteen verifieerbaar waren.

De gelegenheidswetgeving behelsde daarnaast ook een verlaging van de leeftijd van de aansprakelijkheid van jongeren van 21 naar 16 jaar. Vaak zijn ook de echtgenoten en de kinderen van verdachten preventief in bewaring gesteld.

De omstandigheden in de interneringskampen waren buitengewoon primitief en bij de behandeling van de geïnterneerden ontbrak het veelal aan toezicht op de bewaking waaronder ook slachtoffers van de bezetter. 

Het nu, na 75 jaar, vrijgegeven rapport van Baron van Tuyll van Serooskerken over de misstanden is aanleiding geweest om de interneringskampen op te heffen en de berechting te versnellen. 

Het vrijgeven van dit rapport maakt het eindelijk mogelijk om diepgaand historisch en juridisch onderzoek te doen naar een periode die voor velen hun hele leven heeft beheerst en waarvan de rechtsstatelijkheid dubieus mag worden geacht.

Het bestuur van Stichting Werkgroep Herkenning hoopt dat met de vrijgave van dit rapport de belemmeringen worden weggenomen om deze ‘duistere’ periode in de Nederlandse rechtstaat vrijuit te kunnen onderzoeken en beoordelen. Voor de kinderen van ‘fout’ geachte ouders en gedetineerden, een veelvoud van deze 150.00 gedetineerden, zou een dergelijk onderzoek van enorme betekenis kunnen zijn, voor henzelf als nabestaanden, hun kinderen (de derde generatie) en voor ieders vertrouwen in ‘het recht’. 

Namens het bestuur van de Stichting Werkgroep Herkenning

Jeroen Saris, voorzitter


  • -

Telefonische hulplijn SWH

Sinds 1 Juli 2022 hebben enige vernieuwingen plaatsgevonden bij de telefonische hulplijn van SWH. Er is een nieuwe team- telefonisch-systeem. Ons nieuwe telefoonnummer is:

085 000 4185

Dit nummer is altijd bereikbaar en om beurten is het rooster onderling afgestemd.

Jeanne Diele-Staal, is al jarenlang actief voor de hulplijn, zij is onze trouwe donateur en bestuurslid jullie allen wel bekend. Zij wil graag een stapje terug gaan doen. Jeanne is zeer betrokken geweest met het zoeken en vormgeven aan de uitbreiding van het team van de hulplijn. De laatste jaren is Jeanne samen met Lenie Degen actief geweest aan de telefonische hulplijn.

Wij zijn erg blij en verwelkomen ons nieuwe telefonische team, met meerdere enthousiaste bevlogen mede-lotgenoten en ervaringsdeskundigen.

Zij zijn vrijwilligers/donateurs die zich om beurten willen inzetten.

Het zijn de heren, Guido ten Kanter en Jan Wunderink én Mevrouw Myriam van de Akker.

Samen met Lenie Degen gaan zij vormgeven aan de nieuwe telefonische hulplijn.

Onze intenties zijn:

  • Aan de hulpvrager een luisterend oor te bieden
  • In een vertrouwelijke en veilige situatie aanbieden waar in de hulpvrager zijn of haar zijn eerste verhaal kan doen
  • Informatie en voorlichting en advies te geven om bij vragen voor een nader onderzoek naar hun familiegeschiedenis
  • Het kunnen duiden van wat er is doorgegeven in de familiegeschiedenis en wat wil de hulpvrager zelf doorgeven.

Wij zullen regelmatig met elkaar overleggen, elkaar informeren en ervaring uitwisselen. Jeanne blijft ons op de achtergrond steunen vanuit haar jarenlange ervaring.

Wij hebben er zin in om met veel plezier te gaan samenwerken, Guido, Jan, Myriam, Lenie en Jeanne.


  • -

Prinses Beatrix bezoekt Stichting Werkgroep Herkenning

Persbericht: 40 jaar inzet voor openheid en erkenning

 

Prinses Beatrix bezoekt Stichting Werkgroep Herkenning op 20 november 2021

Prinses Beatrix brengt op 20 november een bezoek aan de jubileumviering van Stichting Werkgroep Herkenning in het Nationaal Archief in Den Haag. Hare Koninklijke Hoogheid zal tijdens een rondetafelgesprek met donateurs van Herkenning in gesprek gaan over hun ervaringen als (klein)kind van een ‘foute’ ouder in de afgelopen decennia. Tevens  zal aan de prinses het eerste exemplaar van een jubileumboek worden aangeboden.

Stichting Werkgroep Herkenning zet zich sinds 1981 in voor lotgenotencontact en hulpverlening aan kinderen en kleinkinderen van ouders die in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de bezetter stonden. Dat viert de stichting met een bijzondere jubileumviering in het Nationaal Archief, waar zich het Centraal Archief  Bijzondere Rechtspleging bevindt. De dossiers van hun ouders en grootouders zijn voor de kinderen van foute ouders van grote betekenis geweest bij hun zoektochten naar de familiegeschiedenis.

Hoe komt het, dat 75 jaar na de tweede wereldoorlog kinderen en kleinkinderen van collaborateurs nog kampen met trauma’s? Wat maakt, dat zij nog steeds het gevoel hebben ‘er niet bij te horen’? Waarom is er nog steeds behoefte aan informatie, hulpverlening en lotgenotencontact bij de nabestaanden van ‘foute’ Nederlanders. Heeft de Nederlandse samenleving de kinderen en kleinkinderen inmiddels geaccepteerd? Kan anno 2021 openlijk gesproken worden over de ‘foute’ familiegeschiedenis?

De trauma’s van de oorlog gingen over op de volgende generaties. Bij kinderen, kleinkinderen en zelfs achterkleinkinderen van ‘foute’ Nederlanders werkt ook 75 jaar na de bevrijding nog door wat er met hun ouders of grootouders is gebeurd. Zelfs nu kost het spreken over de ‘foute’ familiegeschiedenis in de families en in de samenleving nog moeite.

Op 20 november wordt tijdens een symposium door verschillende sprekers met de donateurs van de stichting stil gestaan bij deze vragen. Hoe ging de Nederlandse samenleving om met de trauma’s van kinderen en kleinkinderen van collaborateurs en van Duitse Militairen?

Ook wordt een fragment uit de theatervoorstelling ‘Graven’ opgevoerd.

Prinses Beatrix zal tijdens een rondetafelgesprek spreken met (klein) kinderen van ‘foute’ ouders  van de 1e, 2e en 3e generatie over hun ervaringen.

 

Donateurs van Stichting Werkgroep Herkenning hebben recent een uitnodiging ontvangen voor het bijwonen van deze jubileumviering. Het aanmelden daarvoor is inmiddels gesloten. 

Lees hier het volledige persbericht

 

 

 

 

 

 

 


  • -

‘Moffenmeid’, lesmateriaal nu online beschikbaar

Speciaal voor 75 Jaar Vrijheid ontwikkelde Movies that Matter in samenwerking met Stichting Werkgroep Herkenning en Hilk Film een online leerpad bij de korte film ‘Moffenmeid’. Het educatiemateriaal is geschikt voor thuisonderwijs en bestemd voor VO, vanaf leerjaar 3.

Movies that Matter opent jongeren de ogen voor mensenrechten door middel van film. Bij jonge mensen is dit niet alleen van groot belang, het is ook een uitstekende manier om het bewustzijn over vrijheid en de rechtstaat in de maatschappij te vergroten.

‘Moffenmeid’ de film

“De Tweede Wereldoorlog is net voorbij. Nederlanders vieren de bevrijding, maar niet Wies’ familie. Wies woont samen met haar man en twee dochters en bestiert een kruidenierswinkel. Dochter Nellie is tijdens de oorlog zwanger geraakt, van een Duitser. Ze is door de feestvierende meute als verraadster kaalgeknipt. Het dilemma voor Wies: leven in schaamte, of kiezen voor haar kind en kleinkind?”

Download hier  poster 1  en  poster 2

 

Voor alle informatie over dit educatieve project volg deze link:  Movies that Matter

 

   

   


ARCHIEF

ZOEKEN

EnglishGermanFrenchDutch