Een hotel vol ellende – familiegeschiedenis uit Emmen

  • -

Een hotel vol ellende – familiegeschiedenis uit Emmen

FALIMIE POSTMA HOTEL EMMEN

 

 

 

Het is een onwaarschijnlijke geschiedenis van de familie Postma, die nabij het Emmer treinstation een bekend hotel runde. De zoons van de hoteloprichter vlogen in de Tweede Wereldoorlog alle kanten op en maakten totaal verschillende keuzes. Het kwam nooit meer goed.

De boom is vanaf de straat niet te zien. Maar hij staat er wel degelijk, achter een winkel- en appartementencomplex aan de Stationsstraat in Emmen. De vredeskastanjeboom.

,,Om het einde van de Eerste Wereldoorlog te vieren, stopte mijn vader op 11 november 1918 een kastanje in de grond. Die groeide uit tot een fikse boom, waar later een plaquette bij werd geplaatst”, zegt Wiebe Postma.

De 55-jarige Tilburger is een kleinzoon van Sjouke Postma, die aan de Stationsstraat jarenlang een hotel runde. Het hotel bood in de Eerste Wereldoorlog onderdak aan Belgische vluchtelingen.

Toch is er in Emmen vrijwel niemand die bij het horen van de naam Postma denkt aan deze oorlog. Hotel Postma staat voor velen vooral symbool voor landverraad en collaboratie in de Tweede Wereldoorlog. Toen in 1940 de nazi’s ons land binnen marcheerden, maakten zij van het hotel hun hoofdkwartier. Jacob Postma, die in 1933 het hotel had overgenomen van zijn vader Sjouke, begroette de bezetter in een NSB-uniform.

De gehele oorlog bleef het hotel een bolwerk van Duitsers en NSB’ers. Na de bevrijding confisqueerde de gemeente het karakteristieke pand, liet het verpauperen en daarna met de grond gelijk maken.

Verzet
De gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog leidden uiteindelijk niet alleen tot het einde van het hotel, maar ook tot compleet verstoorde verhoudingen binnen de familie Postma. Want de Postma’s zaten in die oorlog bepaald niet op één lijn.

De in 1901 geboren Jacob Postma koos voor de NSB, maar dat kon niet worden gezegd van zijn drie jaar jongere broer Klaas. Die ging in het verzet en werd gefusilleerd. Broer Hennie werkte in Nederlands-Indië aan een dodenspoorlijn, het jongste broertje Bert sloot zich aan bij de Waffen-SS en broer Joop werd in de oorlog in Assen ambtenaar onder Duitse bezetting. En dan was er nog zus Frouwkje. ,,Zij bleef thuis wonen, verzorgde haar ouders en hield van al haar broers”, zegt Wiebe Postma.

FAMILIE POSTMA THUIS

 

 

 

 

 

 

 

Het gezin Postma. Van links naar rechts Joop, Jacob (in uniform), moeder Janna, Bert (in uniform), Frouwkje en vader Sjouke.

Wiebe Postma is een zoon van Joop, de man die in bezettingstijd aan de slag ging als ambtenaar. Sinds 2006 verdiept hij zich in zijn familiegeschiedenis. ,,Hoewel ik er wel iets van wist, rolde ik van de ene verbazing in de andere. En soms liepen mij echt de tranen over de wangen.”

De Tilburger ging er lezingen over geven. ,,Ik heb sterk de behoefte om erover te vertellen. Misschien wel om voor mezelf taboes te doorbreken.”

Het verhaal over hotel Postma begint in 1909. Sjouke Postma en zijn vrouw Janna Jans lieten vlakbij het pas geopende treinstation een hotel bouwen. In 1933 namen oudste zoon Jacob en zijn vrouw Frieda de zaak over. Hij leek er geknipt voor. Hij had een opleiding genoten op de hotelschool in Den Haag, was daarna gaan varen en had werkervaring opgedaan in een scheepsrestaurant.

NSB
Tijdens zijn huwelijksreis door Duitsland was Jacob Postma onder de indruk geraakt van het tempo waarin daar de werkloosheid werd teruggedrongen. Later in Nederland werd hij lid van de NSB. ,,Hij ging naar NSB-vergaderingen elders in het land. Onder meer naar Utrecht. En wie zat daar in het verzet? Juist, zijn broer Klaas”, zegt Wiebe Postma.

De in 1904 geboren Klaas richtte in 1941 een verzetsgroep op, die joodse onderduikers hielp en overvallen pleegde op distributiekantoren. ,,De groep werd verraden en de verzetsmensen werden doodgeschoten op de Waalsdorpervlakte.”

Wiebe Postma wist wel dat zijn oom Klaas in het verzet had gezeten. ,,Maar dat hij daarin zo’n vooraanstaande rol had, daarvan was ik niet op de hoogte. Ook wist ik niet dat er in Utrecht een eremonument voor deze verzetsgroep staat.”

Na wat speurwerk kwam Wiebe Postma een van de zoons van zijn doodgeschoten oom op het spoor. ,,Ik ben een nakomertje, had met geen van mijn neven en nichten contact. Die zoon van Klaas heeft me het hele verhaal over zijn vader verteld. Zijn moeder, mijn tante Dora, heb ik nooit gezien. Zij is nooit over het verlies van haar man heen gekomen. Ze wilde niets met de rest van de familie Postma te maken hebben. Dus ook niet met mijn oom Hennie, die in de oorlog in een Jappenkamp had gezeten.”

FOTO HOTEL POSTMA

 

 

 

 

 

 

 

Hotel Postma was een van de meest markante panden in Emmen.

Hennie Postma, de tweede zoon van de oprichters van Hotel Postma, belandde als leraar in nederlands-Indië. In 1942 kwamen daar de Japanners. ,,Mijn oom Hennie moest werken aan de dodenspoorlijn bij Pakan Baroe, op het eiland Sumatra. Hennie behoorde tot de groep die deze hel overleefde. Later werd hij leraar in Mijdrecht en daarna nog schooldirecteur.”

Wiebe Postma vond bij zijn familieonderzoek geen belastende feiten over zijn oom Hennie. Voor zijn eigen vader, de in 1910 geboren Joop Postma, gold dat bepaald niet. ,,Mijn vader was een opportunist pur sang. Geen NSB’er, maar wel iemand die in de oorlog verkeerde keuzes maakte.”

Joop Postma, de vader van Wiebe en de vierde zoon van de oprichters van Hotel Postma, wilde al op jonge leeftijd predikant worden. Hij belandde op het doopsgezind seminarie in Amsterdam. Voor studieonderzoek vertrok hij naar een plaats nabij het Poolse Gdansk. ,,Het tekende zijn opportunisme. Gdansk werd toen door de Duitsers bezet.”

Burgemeester
Toen hij later als dominee in de oorlogsjaren in Nederland niet aan de bak kon komen, werd hij provinciaal ambtenaar in Assen en in 1944 ook nog heel even waarnemend burgemeester van Meppel. ,,Hiermee committeerde hij zich volledig aan de Duitse bezettingsmacht.”

Na de oorlog dreigde Joop Postma tien jaar lang het recht te verliezen om het ambt van predikant uit te oefenen. ,,Hij vluchtte naar Duitsland en liet zijn vrouw en kinderen zonder enige middelen van bestaan achter. In Duitsland slaagde hij erin de papieren te krijgen van een soldaat die aan het oostfront was gesneuveld. Daarna nam mijn vader een andere identiteit aan en vluchtte naar Paraguay, waar hij ging werken als predikant en leraar bij een Mennonietenkolonie.”

Na bijna tien jaar, het preekverbod in Nederland was bijna voorbij, keerde de predikant terug naar zijn vaderland. Hij kreeg gratie en ging in Friesland aan de slag.

Nakomertje
De charmante dominee was niet de enige van de broers Postma die na de Tweede Wereldoorlog een andere identiteit aannam. Bert Postma, in 1922 geboren en daarmee een nakomertje, deed dit eveneens. En niet zonder reden. Hij had zich in de oorlog aangesloten bij de Waffen SS en in Rusland en Oekraïne gevochten.

Bij het reconstrueren van het leven van zijn oom Bert sprak Wiebe Postma met Berts nog levende zoon. Het beeld dat hieruit naar voren kwam, is dat Bert Postma een wat rusteloze man was, die onder invloed van zijn oudste broer Jacob sympathieën ontwikkelde voor het nationaal-socialisme.

In Oostenrijk werd hij krijgsgevangene van de Amerikanen. ,,Meermaals wist hij te ontsnappen. Uiteindelijk vluchtte hij naar Duitsland om nooit meer onder de naam Bert Postma terug te keren in Nederland.”

In Duitsland deed zijn oom Bert zich volgens Wiebe Postma voor als een van de vele miljoenen Heimatvertriebene. Dit waren Duitsers die na herverdeling van het overwonnen Duitsland uit de streek werden de gejaagd waar zij generatieslang woonden. ,,Onder een andere identiteit slaagde Bert erin zijn leven weer op te pakken. Hij trouwde en werd vader van twee zoons.”

WIEBE IN EMMEN

 

 

 

 

 

 

Wiebe Postma voor de plek waar vroeger inEmmen Hotel Postma stond.

Geregeld trof Bert Postma zijn moeder en zijn zuster Frouwkje in de buurt van Meppen, net over de Nederlands-Duitse grens. Naar Emmen ging hij niet, bang als hij was om herkend te worden door mensen die hem van vroeger kenden.

Zijn beide zoons wisten niet beter dan dat de hele familie van vaderskant uit Pruisen kwam en dat hun vader in zijn jeugd in Nederland had gewoond. Pas nadat een van zijn zoons in 1982 overleed, vertelde een zwaar aangeslagen Bert Postma zijn overgebleven zoon over zijn ware identiteit. In 1984 bezweek hij aan kanker. Officiële leeftijd: 61 jaar. Werkelijke leeftijd 62 jaar. ,,Het enige juiste op zijn grafsteen was zijn sterfdatum.”

Klaas
Van de zes kinderen van de hoteloprichters Sjouke en Janna Postma overleefden uiteindelijk vijf de oorlog. Alleen Klaas, de verzetsman, maakte de bevrijding niet mee. De overige vijf kozen elk hun eigen pad, al dan niet onder hun officiële naam.

Frouwkje, het enige meisje uit het gezin, bleef in Emmen. Ze bleef haar hele leven vrijgezel, bespeelde meer dan veertig jaar het orgel in de Grote Kerk en werkte als pianolerares. ,,De gebeurtenissen in de oorlog en de daardoor verstoorde familieverhoudingen deden haar veel verdriet”, zegt Wiebe Postma.

Sjouke Postma, pater familias en hotel-oprichter, maakte het allemaal niet meer mee. Hij was in de oorlog ziek geworden en stierf in 1943. In 1964 overleed zijn vrouw en in 1970 blies Frouwkje haar laatste adem uit. Het hotel verpauperde en werd eind jaren zeventig met de grond gelijk gemaakt.

De laatste hotelier, de gewezen NSB’er Jacob Postma, was toen alweer jaren met pensioen. Na de oorlog zat hij een flinke tijd vast. Later verhuisde hij naar Friesland, waar hij in 1991 overleed. ,,Op cassettebandjes had hij zijn levensgeschiedenis ingesproken. Hij vertelde onder meer dat Mussert geen aansluiting wilde bij Duitsland en dat Hotel Postma zonder zijn toestemming was verkocht aan de gemeente Emmen.”

Vrolijk werd de Tilburger niet van zijn familieonderzoek. ,,Maar het voelt goed om nu te weten wat mijn familieleden in en rond de oorlog hebben gedaan.” Het enige tastbare van de Postma’s wat er nog overeind staat, is de grafzerk van zijn grootouders. Plus de vredesboom die voortkwam uit de kastanje die zijn vader ooit als jochie in de grond stopte.

TEKST JAN WILLEM HORSTMAN
FOTO’S JAN ANNINGA, ARCHIEF


ARCHIEF

ZOEKEN

EnglishGermanFrenchDutch