Iedere avond, als haar vader en moeder ruzie hebben, kruipt Jettie diep onder de dekens. Ze snapt niet precies waar het over gaat. Moeder praat over mensen die nog net op tijd als lid bedankt hebben, en vader zegt heel vaak: “Ik wil nu niet meer terug.” Later begrijpt ze, dat het over de NSB gaat, waar haar vader lid van is. Andere kinderen pesten haar er mee. Ze zeggen dat ze luizen heeft en wachten haar op na schooltijd, om haar in elkaar te slaan en haar spullen te vernielen.
Op Bevrijdingsdag, als de oorlog eindelijk voorbij is, is iedereen blij, maar Jettie en haar familie niet. Hun vader is opgepakt en hij moet drie jaar zitten.
Lees Verder