Om te kunnen begrijpen hoe het toen allemaal ging, moet ik eerst een soort inleiding geven over de tijd die aan de oorlog vooraf ging, om jullie enig idee te laten krijgen over de enorme verschillen tussen toen en nu, omdat er anders direct vragen rijzen als: waarom vroegen jullie niet…, waarom protesteerden jullie niet, enz. enz.
Als kind leefde je in de jaren ’30 in een soort onwetend niemandsland, dat bestond uit: je huis met ouders, eventueel broers en zusjes, en school, de straat met buurtkinderen, en een of andere club (padvinderij). Televisie bestond nog niet, de radio stond overdag alleen aan voor de nieuwsberichten (en dan moest iedereen muisstil zijn). ’s Avonds mochten we soms meeluisteren naar een concert. De krant werd alleen gelezen door volwassenen, en zodoende wist je van niks.
Lees Verder