Het Rode Kruis beschikt over een grote collectie documenten over de oorlog in Europa en Azië (Nederlands-Indië). Het materiaal bestaat onder andere uit kampadministraties (cartotheken) en deportatielijsten. Het naoorlogse opsporingsproces van vermiste personen is gedocumenteerd in dossiers.
Vanwege de oorlogsomstandigheden is veel materiaal verloren gegaan, maar in het archief is gelukkig nog veel informatie te vinden die voor (nabestaanden van) oorlogsgetroffenen van groot belang kan zijn.
Taken tijdens en na oorlog
In 1909 kreeg het Nederlandse Rode Kruis van de overheid een speciale taak: het overbrengen van berichten over gesneuvelde soldaten, gewonden en krijsgevangenen in oorlogstijd.
Na de Tweede Wereldoorlog breidde de overheid die taak uit met het opsporen van en informatie verschaffen over vermiste Nederlandse burgers. Hiervoor werd het Informatiebureau opgericht. Het Informatiebureau verzorgde na 1945 het opstellen van verklaringen van overlijden van als gevolg van de door de oorlog vermiste personen.
Materialen
Het archief omvat maar liefst 1300 strekkende meter materiaal, dat betrekking heeft op ongeveer 1,5 miljoen mensen. Met het maken van de inventarissen is een aantal jaren geleden begonnen. Dit werk is nog niet af. Op de website Kamparchieven van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies zijn summiere beschrijvingen te vinden van stukken die gaan over Nederlandse Kampen. In de loop van 2013 zullen de toegangen worden gepubliceerd op www.archieven.nl
Een verzoek indienen
Als u behoefte heeft aan meer informatie, dan kunt u bij Oorlogsnazorg een verzoek indienen.
Verzoek per post:
Het Nederlandse Rode Kruis
Afdeling Oorlogsnazorg
Postbus 28.120
2502 KC Den Haag
Verzoek per e-mail: oorlogsnazorg@redcross.nl
Gegevens nodig voor onderzoek
De volgende gegevens zijn van essentieel belang om een onderzoek in te laten stellen:
* uw eigen personalia en adres
* vermelding van uw relatie met betrokkene
* de volledige (voor-)naam, geboortedatum en plaats van degene over wie u informatie wilt en zijn/haar laatst bekende adres
* eventuele andere feiten die u bekend zijn van degene over wie u informatie wilt en die voor het instellen van een zoekactie in het archief van belang kunnen zijn.
Inzage in opsporingsdossier
Als u inzage in het eventueel aanwezige opsporingsdossier van uzelf of betrokkene wenst, dan kunt u dat in uw verzoek aangeven. Wilt u inzage in of informatie uit het dossier van een nog levend familielid, dan moet deze betrokken persoon vanwege de privacy eerst schriftelijk toestemming daartoe verlenen.
Voorbeelden van verzoeken
In de Tweede Wereldoorlog werden veel burgers door de gevolgen van de oorlog getroffen. Vaak hebben vragen betrekking op de Tweede Wereldoorlog. In veel gevallen geeft het oorlogsarchief antwoord op de gestelde vraag, maar soms niet. Bovendien is nooit van te voren te zeggen hoeveel informatie het archief over een bepaalde kwestie bevat.
In specifieke gevallen is daarom geen garantie te geven dat de gevraagde informatie in het archief aanwezig is. Als men informatie vraagt over een nog levend familielid, dan moet deze persoon schriftelijk toestemming verlenen. Opsporingsvragen over mogelijk nog levende personen worden behandeld door Opsporing en Ondersteuning.
1. Mijn familie is vermoord tijdens de Holocaust. Hebt u informatie?
Het lot van de gedeporteerden en omgekomen Joden is gedetailleerd gedocumenteerd in diverse archiefbestanden en in de persoonsdossiers. Vaak is ook bekend wanneer men in Westerbork is geregistreerd. In veel gevallen is ook geregistreerd wat hun beroep was en wat het laatste adres was.
2. Ons ouderlijk gezin is in de zomer van 1950 vanuit Nederlands-Indië naar Nederland gerepatrieerd. Kunt u achterhalen wanneer precies en met welke boot?
De repatriëringlijsten of bootlijsten in het archief geven doorgaans het antwoord op deze vraag. De collectie is overigens niet compleet.
3. Ik ben het ‘Bevrijdingskind’ van een Canadese soldaat. Hebt u zijn gegevens?
Het oorlogsarchief heeft geen gegevens over de geallieerde troepen die Nederland hebben bevrijd, waar zij gelegerd waren enzovoort.
4. Mijn overleden vader was in Duitsland tewerkgesteld (Arbeitseinsatz). Hij heeft er nooit over gesproken. Hebt u informatie?
Misschien. Mogelijk komt een vermelding van de vader en zijn verblijfadres voor in het materiaal over de in Duitse gemeenten ingeschreven Nederlanders.
5. Mijn vader was waarschijnlijk een Duitse Wehrmacht-soldaat. Kunt u dit bevestigen?
Vereist zijn de personalia van de gezochte persoon. Deze zijn vaak niet bekend, vooral als de moeder heeft gezwegen over het taboe-onderwerp. Indien de personalia (gedeeltelijk) bekend zijn, kan via de Deutsche Dienststelle in Berlijn (Wehrmachtarchief) worden getracht nadere gegevens te achterhalen.
6. Mijn broer was een Nederlandse SS-er en is sinds 1944 vermist. Is iets er over hem bij u bekend?
Nederlanders die toetraden tot de SS (‘vreemde krijgsdienst’) verloren hun Nederlanderschap. Het Informatiebureau heeft getracht de lotgevallen van de vermiste Nederlandse SS-ers te achterhalen. De resultaten van het opsporingsonderzoek zijn vastgelegd in een opsporingsdossier, dat doorgaans ook uitsluitsel geeft over het uiteindelijke lot van de betrokkene.
7. Ik ben waarschijnlijk een ‘Lebensborn’-kind. Kunt u achterhalen wie mijn vader was?
Het Lebensborn-project was een geboortestimuleringsprogramma van de Nationaal-Socialisten om het ‘arische ras’ te versterken. Publiciteit over dit project leidt vaak ook tot vragen van mensen, die vermoeden dat zij in het kader van dit project geboren zijn. Ook hier geldt weer: zonder personalia van de vermoedelijke vader is een zoektocht moeilijk, zo niet onmogelijk.
8. Mijn ouders zijn vlak voor de oorlog gescheiden. Mijn vader is hertrouwd, maar ik weet niet of hij het Jappenkamp heeft overleefd.
Aan de hand van de gegevens in het archief kan doorgaans achterhaald worden of iemand, die geïnterneerd is geweest, als overlevende is geregistreerd of niet.
9. Mijn vader heb ik nooit gekend. Hij is in 1943 opgepakt voor verzetswerk en hij is later in Duitsland gefusilleerd. Hebt u misschien een foto van hem?
Ten behoeve van de opsporing werd de familie na de oorlog verzocht om een foto van de vermiste. In veel gevallen is de foto later geretourneerd, maar in sommige dossiers bevindt zich de foto nog. Foto´s zijn afgedrukt in naoorlogse opsporingsbulletins, die in het archief beschikbaar zijn. Men moet dus enig geluk hebben, maar het is niet uitgesloten.
10. Mijn opa is in het Jappenkamp omgekomen. Hebt u informatie over de locatie van zijn graf?
Het archief bevat veel informatie over de locaties van graven. In een beperkt aantal gevallen is er niets bekend. Maar het heeft zeker zin om navraag te doen.
Contact
Heeft u na het bezoek aan onze website nog vragen of opmerkingen? Neem dan tijdens contact op met het Verenigingskantoor: 070 – 44 55 666.
Contactgegevens Verenigingskantoor
Postadres
Postbus 28120
2502 KC Den Haag
Bezoekadres
Leeghwaterplein 27
2521 CV Den Haag
Tel: 070 – 44 55 678 (voor algemene informatie)
Fax: 070 – 44 55 777
E-mail: service@redcross.nl (voor algemene vragen)
Website: www.rodekruis.nl
(bron website Rode Kruis)